Met ingang van 2016 zijn publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals Gemeenschappelijke Regelingen en Gemeenten, Vennootschapsbelasting (VpB) plichtig indien, en voor zover, zij een onderneming
drijven. Er is sprake van een onderneming indien cumulatief voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid ;
- die deelneemt aan het economische verkeer ;
- met het oogmerk om winst te behalen.
Wanneer aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan dan wordt de betreffende activiteit aangemerkt als een onderneming. Het gevolg daarvan is dat de onderneming (lees: gemeente) een aangifte VpB moet indienen bij de belastingdienst.
Wij zijn tot de conclusie gekomen dat van alle activiteiten 'slechts' het grondbedrijf aangemerkt wordt als winstgevende onderneming. Om te kunnen bepalen wat de daadwerkelijke belastingdruk op het grondbedrijf wordt, dient het BBV resultaat gecorrigeerd te worden naar het fiscale resultaat. In het oog springende verschillen tussen beide winstbepalingen zijn:
- Slechts de werkelijk betaalde rente mag als kosten opgevoerd worden;
- grondbedrijf vreemde activiteiten moeten geëlimineerd worden;
- toekomstige prijsstijgingen mogen niet opgevoerd worden als kosten/baten;
- kapitaalstortingen en onttrekkingen moeten geëlimineerd worden.
Het belastingtarief van de VpB is als volgt:
Winst | Tarief |
---|---|
≤ € 200.000 | 20,00% |
> € 200.000 | 25,00% |
Voor alle grondexploitaties die nu lopen moet naar verwachting in totaal € 27.000 vennootschapsbelasting afgedragen worden.