Begroting 2019

Overzicht van reserves en voorzieningen

* Exclusief verwachte winstnemingen.

Toelichting op het overzicht reserves en voorzieningen

Algemene reserves

Algemene reserve
De bestemming is “algemeen”, dat wil zeggen dat de reserve in principe voor ieder doel kan worden aangewend, waaronder eventuele rekeningtekorten. De algemene reserve is onderdeel van het weerstandsvermogen, dat wil zeggen dat zij tevens dient als buffer voor onvoorziene uitgaven welke niet in de lopende begroting kunnen worden opgevangen.
In 2019 wordt € 245.040 onttrokken aan de reserve, het betreft de volgende mutaties:

  • Verwijderen aansluitkasten vervallen tv-netwerk € 18.750
  • Opstellen bestemmingsplan met verbrede reikwijdte € 40.000
  • Overbrenging archiefbescheiden € 40.000
  • Opstellen uitvoeringsagenda op basis van de Toekomstvisie € 30.000
  • Invoering Omgevingswet € 41.040
  • Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing € 25.000
  • Uitvoering Notitie Vergunninghouders € 33.250
  • Taxeren woningen op basis van gebruiksoppervlakte € 17.000.

Algemene reserve Grondexploitatie
Deze reserve is eveneens onderdeel van het weerstandsvermogen. Verder worden, na realisering van een complex, de voordelige of nadelige saldi gestort of onttrokken.
In 2019 wordt € 47.000 onttrokken aan de reserve, het betreft de volgende mutaties:

  • Kwaliteitsverbetering van het landschap € 40.000
  • Af te dragen vennootschapsbelasting € 7.000.

Bestemmingsreserves

Reserve Omleggingsroute
Deze reserve is ingesteld om de gemeentelijke lasten voor de omleggingsroute en bijbehorende aanpassingen te dekken. Voor de omlegging is in 2007 een overeenkomst met de provincie gesloten, waarin is afgesproken dat de provincie de ontwikkelingskosten alsmede eventuele proces- en planschadekosten voor haar rekening neemt. Het grootste deel van de investering komt voor rekening van de provincie, 4,97% komt voor rekening van Nassau (2/3) en Hertog (1/3). Daarnaast zijn de kosten voor de aanleg van de verbinding rotonde Nijhoven - De Geerstraat voor rekening van de gemeente Baarle-Nassau. De totale bijdrage voor Baarle-Nassau is geraamd op € 1.677.500 (€ 15.000 komt ten laste van de voorziening wegen).

Reserve InvesteringsPlan Verkeer
Deze reserve is gevormd per 1 januari 2018 en dient als dekking voor de kapitaallasten van diverse infrastructurele werken. Met ingang van 2017 is het namelijk niet meer toegestaan dergelijke investeringen in één keer ten laste van een reserve te brengen maar dienen deze verplicht geactiveerd te worden. Het betreft hier bijvoorbeeld reconstructies van wegen en aanleg van parkeerplaatsen.
In 2019 wordt € 858 onttrokken aan de reserve, het betreft de volgende mutatie:

  • Kapitaallasten Hondseindsebaan € 858

Reserve Monumenten
Ten laste van deze reserve komen alle kosten van de uitvoering van de monumentenverordening (met uitzondering van de interne apparaatskosten) voor zover deze niet gedekt worden door het in de exploitatiebegroting geraamde budget. Op begrotingsbasis is geen rekening gehouden met mutaties in deze reserve. Voor deze reserve zijn geen afspraken gemaakt over de maximaal gewenste omvang.
Kunstfonds 1%-regeling
In de raad van 24 september 2009 is besloten in principe jaarlijks een bedrag van maximaal € 20.000 te storten in het kunstfonds, via bestemming van het rekeningsaldo. Begin 2014 is de adviesgroep “kunst in de openbare ruimte” opgericht, welke het bestuur adviseert over de aanwending van de middelen in het kunstfonds.

Reserve Sportaccommodaties
Deze reserve is in 2005 gevormd. De reserve is ingesteld voor vernieuwing van de accommodatie van atletiekvereniging Gloria (2007) en de buitensportaccommodaties.

Omdat het investeringen met economisch nut betreffen moeten de investeringen worden geactiveerd en mogen de lasten niet in één keer ten laste van de reserve worden gebracht. Voor het duurzaam begrotingsevenwicht is vanaf 2015 de jaarlijkse onttrekking afgestemd op de totale looptijd van de activa, de jaarlijkse onttrekking bedraagt € 65.250.

Reserve Gloria Atletiek
Op 22 juni 2016 heeft de gemeenteraad besloten een investeringsbijdrage te doen van € 40.000 ten behoeve van de realisatie van een verenigingsgebouw voor Gloria Atletiek. Voor de jaarlijkse afschrijvingslasten (15 x € 2.667) is een bestemmingsreserve gevormd.

Reserve Accommodatie Ulicoten
Deze reserve is in 2009 gevormd voor de realisatie van een multifunctionele accommodatie in Ulicoten. De reserve is aangewend voor de lasten gedurende de bouw (tijdelijke huisvesting en resterende boekwaarden huidige locaties). Vervolgens worden de jaarlijkse afschrijvingslasten gedekt uit deze reserve. Voor het duurzaam begrotingsevenwicht is vanaf 2015 de jaarlijkse onttrekking afgestemd op de totale looptijd van de activa, de jaarlijkse onttrekking is € 30.882. In dit bedrag is al rekening gehouden met de nog te realiseren boekwinst van het oude dorpshuis.

Reserve Overboeking restantbudget
Werkzaamheden (met bijbehorende budgetten) welke niet meer gerealiseerd gaan worden in het huidige boekjaar kunnen worden doorgeschoven naar het volgend boekjaar. Overheveling kan plaatsvinden op basis van de financiële verordening of op basis van een apart raadsbesluit. De niet bestede budgetten worden dan toegevoegd aan deze reserve en in het volgend boekjaar weer onttrokken ter dekking van de uitgaven.

Bestemmingsreserve Centrumplan
Deze reserve is gevormd bij de herijking van de reserves en voorzieningen per juli 2005. Diverse reserves zijn opgeheven of afgeroomd ten gunste van de uitvoering van het centrumplan. Tevens is de reserve gevoed met ruim € 2 miljoen door opbrengsten van verkopen van huidige panden en de verkoop van woningen. De reserve wordt aangewend ter dekking van vooral de kapitaallasten van het gemeentehuis en de brede school. Ten behoeve van het duurzaam begrotingsevenwicht is vanaf 2015 de jaarlijkse onttrekking afgestemd op de totale looptijd van de activa.

Reserve Compensatie toekomstige uitkeringen HNG
In 1996 is de gemeenschappelijke regeling Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG) geliquideerd. Conform de regeling kregen de gemeenten in 24 jaar de vordering op HNG uitbetaald. Voor de gemeente Baarle-Nassau was dit een jaarlijks bedrag van € 25.758,83 (aflossing + rente), dat jaarlijks als baat werd verantwoord. Conform de richtlijnen voor de jaarverslaglegging is in 2009 het totaalbedrag van de resterende vordering verantwoord in de jaarrekening. Met de bestemming van het rekeningsaldo 2009 is vervolgens € 283.000 toegevoegd aan deze nieuw gevormde reserve. In 2016 zijn de nog te ontvangen rentebedragen gecorrigeerd op het saldo van de reserve. De resterende nog te ontvangen aflossingsbedragen worden jaarlijks tot en met 2020 onttrokken ten laste van de reserve.

Reserve Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)
De gemeente heeft in de periode 2008-2010 in totaal € 80.088 aan rijksmiddelen ontvangen voor de uitvoering van het NASB. Voor de verkrijging heeft de gemeenteraad toen een convenant getekend, waarin zij aangaf de Impuls NASB op lokaal niveau te realiseren in de periode 2009-2012. De middelen konden worden aangewend voor activiteiten gericht op het bevorderen van bewegen. Tegenover de rijksmiddelen stond een gemeentelijke cofinanciering voor hetzelfde bedrag.
De middelen zijn beschikbaar gesteld als decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds. Op middelen die via het gemeentefonds beschikbaar worden gesteld is in beginsel geen terugbetalingsregeling van toepassing. Vanwege de ongebruikelijke constructie (convenant) leek het aanvankelijk alsof hier wel sprake van was. Om deze reden zijn de jaarlijks niet bestede middelen toegevoegd aan deze reserve. De projectperiode is inmiddels afgelopen. De raad heeft in 2016 besloten een deel van de kosten van de buurtsportcoaches ten laste van deze reserve te brengen.

Reserve sociaal domein
De gemeenteraad heeft op 22 juni 2016 besloten de overschotten binnen het sociaal domein, zoals deze zijn verantwoord in de jaarrekening 2015, toe te voegen aan deze bestemmingsreserve. Het overschot over 2015 betrof een bedrag van € 395.000.

VOORZIENINGEN

Nog niet bestede verkregen middelen

Voorziening VGRP
In december 2011 is het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016 vastgesteld in het GOB-plenair. Daarbij is een berekening van de rioolheffing uitgevoerd, waarbij in een periode van 80 jaar het onderhoudsfonds VGRP niet negatief wordt. In 2016 is door het GOB-plenair besloten het VGRP met twee jaar te verlengen tot en met 2018. Bij de komende actualisatie van het VGRP zal bekeken moeten worden in hoeverre het noodzakelijk is de rioolheffing bij te stellen.

Voorziening Zwerfafvalvergoeding
Voor de deelname aan het project “regionale aanpak zwerfafval” is over de jaren 2013 en 2014 een vergoeding ontvangen. Het niet bestede deel van deze vergoeding moet beschikbaar gehouden worden voor uitgaven op dit gebied.

Voorziening Afvalstoffenheffing
Deze voorziening is eind 2014 gevormd uit het saldo van de egalisatiereserve afvalstoffenheffing, naar aanleiding van de notitie van de commissie BBV van november 2014. De commissie geeft als reden hiervoor aan, dat het via de afvalstoffenheffing geïnd geld altijd voor dit doel moet worden aangewend. Omdat (bestemmings)reserves in principe vrij besteedbaar zijn, hebben we het saldo van de egalisatiereserve eind 2014, op aanbeveling van de commissie BBV, overgeboekt naar deze voorziening.

Parkeerfonds
Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen en omgevingsvergunningen is dat een ontwikkeling moet voorzien in z’n eigen parkeerbehoefte. In de Nota Parkeernormen 2011 heeft de gemeente vastgelegd op welke wijze invulling wordt gegeven aan de parkeerbehoefte per functie. Tot eind 2014 was de verplichting voor het realiseren van parkeerruimte vastgelegd in de Bouwverordening, maar dit is per 29-11-2014 vervallen. Gemeenten moeten dit nu opnemen in bestemmingsplannen (waarin we verwijzen naar de Nota parkeernormen) en voor die locaties waarvoor nog een oud bestemmingsplan geldt blijft voorlopig nog wel de bouwverordening gelden. Als er niet voldoende parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd op eigen terrein of in de directe omgeving kan het college besluiten om als alternatief in te stemmen met een storting van een bedrag per niet-gerealiseerde parkeerplaats in het Parkeerfonds. Dit bedrag bedraagt € 4.500 per parkeerplaats. Als tegenprestatie zorgt de gemeente ervoor dat binnen 10 jaar in de nabije omgeving van het project extra parkeerplaatsen worden aangelegd.

Onderhoudsfondsen

Onderhoudsfondsen Gebouwen
De onderhoudsvoorzieningen voor de gemeentelijke gebouwen zijn onderbouwd met meerjarenonderhoudsplanningen. De planningsperiode voor het onderhoud is idealiter afgeleid van de verwachte levensduur van de afzonderlijke onderdelen van het betreffende kapitaalgoed. In de regel wordt voor gebouwen een planning voor 25 jaar aangehouden, gezien alle gebouwonderdelen in deze periode minimaal één keer aan bod komen voor groot onderhoud. Op deze manier worden de onderhoudslasten gelijkmatig verdeeld over de gebruiksduur van het kapitaalgoed. Mede in het kader van de ombuigingen heeft de raad in 2012 besloten de te hanteren onderhoudsperiode voor de berekening van de jaarlijkse storting in de voorziening te verlagen van 25 naar 10 jaar.

Hieronder worden kort de ontwikkelingen geschetst die zich voordoen bij de verschillende onderhoudsvoorzieningen:

  • De huidige onderhoudsplanning voor het cultureel centrum dateert uit 2005; actualisatie van deze onderhoudsplanning is uitgesteld, in verband met de geplande nieuwbouw.
  • De onderhoudsplanningen van de Brandweerkazerne, de Brede School, het Gemeentehuis, de Gemeentewerf en de Multifunctionele Accommodatie zijn in 2018 geactualiseerd. De toevoegingen en onttrekkingen ten gunste en ten laste van de voorzieningen zijn hierop aangepast.

Onderhoudsfonds Wegen
Vanaf 2001 wordt er volgens het systeem van rationeel wegbeheer gewerkt en lopen de stortingen en onttrekkingen voor het wegenonderhoud via deze egalisatievoorziening. De jaarlijkse storting wordt berekend aan de hand van de meerjarenonderhoudsplanning, op basis van een driejaarlijkse wegeninspectie. De laatste wegeninspectie is in 2018 uitgevoerd. Het hieruit voortgekomen wegbeheerplan 2019-2024 is verwerkt in deze begroting.

Overige voorzieningen

Voorziening pensioenuitkering wethouders
Voor de opgebouwde pensioenaanspraken van de (voormalig) wethouders is een voorziening opgenomen. Op het moment dat hier aanspraak op gemaakt wordt door een (voormalig) wethouder  dan wordt dit onttrokken uit deze voorziening. Op basis van actuariële berekeningen wordt de jaarlijkse storting in de voorziening berekend. Voor de pensioenverplichtingen wordt met ingang van 2017 jaarlijks een actuariële berekening opgesteld. De toekomstige pensioenaanspraken zijn gewaardeerd tegen de contante waarde. Om deze reden wordt rente toegevoegd aan deze voorziening.

In de begroting 2019 zijn de volgende mutaties opgenomen:

  • € 14.857 jaarlijkse onttrekking voor lopende pensioenverplichtingen;
  • € 39.014 jaarlijkse toevoeging ten behoeve van de pensioenaanwas (deels via rentetoerekening).

Voorziening oninbare vorderingen belastingen/heffingen
Oninbaarheid van vorderingen komt ook voor bij de overige vorderingen, in hoofdzaak vorderingen van belastingen en heffingen. Mede naar aanleiding van de opmerkingen van de accountant is daarom in 2014 een voorziening getroffen voor verwachte afboekverliezen. Het benodigde saldo van deze voorziening wordt bepaald op basis van de openstaande vorderingen.

Voorziening oninbare vorderingen sociale zaken
Het benodigde saldo van deze voorziening wordt bepaald op basis van de openstaande vorderingen.

De voorziening is gebaseerd op het deel waarover de gemeente risico loopt. Over de ontvangen aflossingen leningen Bbz wordt 75% afgedragen aan het rijk, over dit deel loopt het Rijk dus risico en hiervoor wordt daarom niets meegenomen in de voorziening oninbaar.
Vanaf 2013 is de financieringssystematiek van het Bbz gewijzigd. De ontvangsten uit verstrekt bedrijfskapitaal worden genormeerd op basis van een landelijk gemiddelde. Gemeenten die meer baten genereren dan het landelijke gemiddelde mogen de meerbaten behouden; gemeenten die minder presteren lossen het verschil zelf op. Het Rijk meent hiermee een stimulans te geven om bedrijfskapitaal selectief te verstrekken en toe te zien op effectief debiteurenbeheer.